Waarom mentorschap?
Het komt steeds vaker voor dat er mensen zijn die door een geestelijke, verstandelijke en/of lichamelijke beperking niet meer in staat zijn hun eigen persoonlijke beslissingen te nemen. Daarmee wordt tevens bedoeld beslissingen met betrekking tot het eigen welzijn. Hierbij valt te denken aan vraagstukken omtrent de eigen verzorging, behandeling, verpleging en begeleiding.
Vaak is er een familielid, vriend of een goede kennis aanwezig die bij deze beslissingen kan helpen. Maar wanneer er geen anderen in de directe omgeving zijn om hierbij behulpzaam te zijn, kan een mentor worden benoemd.
Wat is de taak van een mentor?
De taken van de mentor zijn als volgt vastgelegd door het LOVCK in de aanbevelingen van 1 juni 2013:
De mentor is geen eerstelijns hulpverlener, maar een regisseur van de zorg van de betrokkene, die pas in deze rol in actie komt wanneer dat nodig is. De mentor stelt, bij voorbeeld, het zorgplan vast, maar de uitvoering van de zorg behoort niet tot de taken van de mentor.
Bij zijn taakvervulling dient de mentor de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en culturele achtergrond van de betrokkene tot richtsnoer te nemen; de kantonrechter vergewist zich van de bereidheid van de mentor daartoe alvorens deze te benoemen. Wensen neergelegd in een aan de mentor bekend gemaakt codicil of levenstestament van de betrokkene vormen in beginsel richtsnoer bij zijn functievervulling.
De kantonrechter vraagt op door hem te bepalen tijdstippen een kort schriftelijk verslag van mentoren, zulks ter beoordeling van de noodzaak het mentorschap in stand te laten.
Mentorschap en beschermingsbewind bij Stuiver
Stuiver biedt separaat mentorschap aan maar ook in combinatie met beschermingsbewind.
Beide wettelijke maatregelen kunnen zonder tussenkomst van een advocaat worden aangevraagd bij de rechtbank (sector kanton). Wanneer beide maatregelen tegelijkertijd worden aangevraagd, is men eenmaal griffiekosten verschuldigd.